NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 5 december 22-23 u + ma 8 december 22-23 u (hh)
The Rovin’ Flames – How Many Times (1967)
Mungo Jerry – Maggie (1970)
Ray Charles Singers – Love Me With All Your Heart (1964)
George Jones – He Stopped Loving Her Today (1980)
Teaser – Don’t Break My Heart (1979)
The Marvelettes – Don’t Mess With Bill (1965)
Stu Phillips – Main Title (Knight Rider) (1982)
Earth, Wind & Fire – Shining Star (1975)
Peter Moesser’s Music – Happy Time (1966)
Rory Gallagher – Cradle Rock (1974 Live)
Stanley Brothers – Man Of Constant Sorrow (1951)
Dick Annegarn – Bruxelles (1974)
Blood, Sweat & Tears – I Love You More Than You’ll Ever Know (1968)
Lori Lieberman – Nothing To Do With Me (1975)
Paul Anka – Eso Beso (That Kiss) (1962)
Henk & Henk – Sinterklaas Wie Kent Hem Niet (1982)
Stanley Brothers – Man of Constant Sorrow:
De mandoline is in de popmuziek een beetje een lullig snaarinstrument; het zielige zusje van de gitaar. Het geluid van dat ding lijkt thuis te horen ’s avonds rond een kampvuurtje ergens in Heikneuter. Automatisch denk ik aan country of bluegrassmuziek. Tokkelen, zingen en tussendoor even wat pruimtabak naar buiten spugen. Ik wil hiermee niet stellen dat het een inferieur instrument is, want er zijn redelijk veel goede popsongs te bedenken waarin de mandoline een hoofdrol speelt.
Entrée Man Of Constant Sorrow: een lied dat onder je huid kruipt en in je geheugen blijft zweven. Het helpt ook dat het in één van mijn favoriete films, Oh Brother, Where Art Thou?, een dragend lied. Wie de film niet kent: drie aan elkaar geklonken gevangenen ontsnappen uit een gevangenisboerderij in Mississippi en beleven diverse avonturen tegen een achtergrond van de depressiejaren. Nagesynchroniseerd door de Soggy Bottom Boys met die grijnzende kop van George Clooney. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat hij het lied zou inzingen, maar men was niet tevreden over het resultaat. Het lied werd daarom opnieuw ingezongen door Dan Tyminski van Union Station; de begeleidingsband van Alison Krauss.
Het is in 1913 op papier gezet door de blinde folkzanger Richard Burnett onder de naam Farewell Song, maar die heeft het nooit uitgebracht. Het lied is waarschijnlijk al zo’n 200 tot 300 jaar oud. De eerste opname is uit 1928 door Emry Arthur met uitsluitend de begeleiding van een gitaar: een slaapverwekkende uitvoering. Grootheden als Joan Baez, Judy Collins, Bob Dylan (het eerste lied dat hij in 1963 op TV zong), Rod Stewart, Ginger Baker’s Air Force en Jerry Garcia (Grateful Dead) hebben het gezongen, maar geen van deze uitvoeringen halen het bij de filmversie. En ik ben niet de enige die deze mening heeft, getuige de Grammy en CMA Award voor beste single in 2001. Mede dankzij de Stanley Brothers in 1951 die het weer in het collectieve geheugen terug brengen.





Andere actuele programmaberichten:


