NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 1 maart 22-23 u + ma 4 maart 22-23 u (hh)

Chase – Get It On (1971)
Blue Mink – Melting Pot (1969)
Foreigner – The Damage Is Done (1977)
Mireille Mathieu – Un Homme Et Une Femme (1966)
Paul Kelly & The Dots – Billy Baxter (1981)
The Open Mind – Magic Potion (1969)
Seals & Crofts – Get Closer (1976)
Frank Sinatra – A Man Alone (1969)
The Royal Showband Waterford Ft. Tom Dunphy – If I Didn’t Have A Dime (To Pay The Jukebox) (1965)
The Cats – Swan Lake (1968)
Piet Veerman – Rollin’ On A River (1975)
King Biscuit Boy – Step Back Baby (1984)
Arzachel – Garden Of Earthly Delights (1969)
The Avalons – Heart’s Desire (1958)
April Shower – Railroadsong (1971)
Chairmen Of The Board – Working On A Building Of Love (1972)

Chase – Get It On:

In mijn herinnering was het geen grote hit, maar wist de single het toch tot ergens tussen de 20ste en 25ste plek in de Veronica Top 40 te schoppen. Voor de zekerheid toch maar even de feiten gecheckt en ik bleek er helemaal naast te zitten. Twee weekjes in de lijst: nieuw op 40 en een week later ‘gestegen’ naar de 39ste plaats. Vreemd ook, want Chase’s geluid had sterke overeenkomsten met Blood, Sweat & Tears. De enige verklaring die ik kan bedenken is dat het koperwerk wellicht te nadrukkelijk op de voorgrond trad? In hun moederland stond Get It On dertien weken in de charts; het album stond er zelfs twee keer zo lang in en verkocht meer dan 400.000 exemplaren. Waanzinnig veel voor een (voornamelijk) jazzalbum.

Ik heb altijd een zwak gehad voor jazzrock en koperwerk in populaire muziek. Frank Zappa, Ian Carr’s Nucleus, King Crimson, Soft Machine, Steely Dan, Chicago (Transit Authority) lagen regelmatig op de draaitafel. Wellicht ook de reden waarom in mijn oren Dream Of The Blue Turtles van Sting een meesterwerk is, maar ik elk daaropvolgende album in een rap tempo steeds zwakker en zwalkend vind.

Tot de oprichting van Chase speelde trompettist en naamgever van de band, Bill Chase, met jazzgiganten Maynard Ferguson, Stan Kenton en Woody Herman. Het negenkoppige jazzrock-ensemble (met vier trompettisten) bestond tevens uit zanger Terry Richards. Het succes van het album én de single leverde diverse televisieoptredens op en ze stonden op het prestigieuze Newport Jazz festival. In 1972 kwam hun tweede album uit met halverwege de opnames een andere zanger. De single So Many People werd nog wel door Richards ingezongen, maar was al een stuk rustiger dan Get It On. Het kreeg nog wel airplay, maar zou geen potten breken.

Medio 1974 was Bill Chase druk bezig met de opnames voor een vierde album, maar op 9 augustus – op weg naar een optreden – stortte het gehuurde vliegtuigje neer. Niemand overleefde de crash.

Frank Sinatra –  A Man Alone:

Rod McKuen kennen we in Nederland voornamelijk als zanger, maar hij was veel meer: dichter, acteur, vertaler en componist van meer dan 1.500 liedjes, die door vrijwel alle groten der muziekaarde zijn opgenomen. De lijst is ellenlang en divers tot aan Madonna, Kurt Cobain (Nirvana) en Johnny Cash toe. Ol’ Blue Eyes heeft zelfs een volledige LP met uitsluitend zijn composities opgenomen: A Man Alone (The Words and Music of McKuen) en misschien is dit wel Sinatra’s mooiste LP gebleken, vol romantische luisterliedjes en gedichten over (de bespiegeling van) het leven. Ik luister er nog regelmatig naar en steeds weer emotioneren de titelsong en Love’s Been Good To Me mij.

Het album leverde hem een televisieshow op en mede hierdoor internationale bekendheid. In Nederland scoorde hij twee tophits met Soldiers Who Want To Be Heroes en Without A Worry In The World.