NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 26 januari 22-23 u + ma 29 januari 22-23 u (hh)

Grand Funk (Railroad) – Black Licorice (1973)
Booker T. & The MG’s – Hang Em High (1968)
Mr. Albert Show – Woman (1971)
Sam Cooke – Lost And Looking (1963)
Dan Hartman – Heaven In Your Arms (1981)
John Mayall & The Bluesbreakers – Suspicions (1967)
Pablo Cruise – Whatcha Gonna Do (1977)
Paul Revere & The Raiders – Just Like Me (1965)
The Nomads – Where The Wolf Bane Blooms (1983)
Amália Rodrigues – Uma Casa Portuguesa (1953)
Hot Chocolate – Emma (1974)
Flaming Youth – From Now On (1969)
Leon de Graaff – Simple Mind (1973)
Cult Hero – I Dig You (1979)

Grand Funk – Black Licorice:

En daar was de langverwachte elpee; not signed, but sealed and delivered. We hebben het over 1973 en de elpee  kwam rechtstreeks uit de U.S. of A. waar hij nét niet de nummer 1-positie bereikte. De hoes had een goudkleurige buitenkant met zwarte letters, de titels van de liedjes op de achterzijde in volgorde van titelbreedte en de naam van de producer, Todd Rundgren.

Wanneer je de hoes open klapte kreeg je een foto te zien van de vier bandleden in een hooiberg met veel Amerikaanse vlaggetjes. De heren waren naakt… dat was weer wat minder, alhoewel je aan het preutse Amerika kan overlaten dat je (in dit geval gelukkig) net niets ziet. Geef mij maar Beyoncé’s voorkant; de achterkant is overigens ook niet te versmaden. Afijn, terug naar het onderwerp. De elpee was doorzichtig goud (a.k.a. virgin vinyl) en gaf een onbestemde geur af.

Grand Funk (Railroad)’s We’re An American Band was de groep’s eerste nummer 1-singlehit en ging over het leven tijdens de optredens. Het hele album is van grote rockklasse, maar in mijn oren is Black Licorice het absolute hoogtepunt.

De band was van 1969 tot 1975 mateloos populair en heeft altijd een aparte sound gehad, typisch Amerikaans en dat zal ook wel de reden zijn dat ze in Europa uitsluitend met twee covers (The Loco-Motion en Some Kind Of Wonderful) succes hebben gehad. Voor mij zijn ze een jaren zeventig-jeugdgevoel met wijde pijpen, strakke hemden, spekzolen en verschrikkelijk haar.

Flaming Youth – From Now On (Immortal Invisible):

Terug naar 1985 toen Bob Geldof en Midge Ure een internationaal benefietconcert op twee continenten organiseerden tegen de armoede in Afrika: Live Aid. Op dat moment stond de stralende ster van Phil Collins op haar hoogste punt. Hit na wereldhit. Als een koning Midas veranderde alles wat hij aanraakte in goud. Het was dus onontkoombaar dat hij ook op Live Aid acte de présence zou geven. Maar als baas boven baas deed Phil er nog een schepje bovenop en vloog tussen beide optredens per Concorde naar Philadelphia, waar hij nogmaals optrad.

Wie had dat ooit kunnen vermoeden toen hij in 1969 bij zijn eerste bandje Flaming Youth de drumstokjes ter hand nam. Hun eerste album, The Ark, was een commerciële flop, maar kreeg wel positieve reacties van de schrijvende pers en Melody Maker vond het zelfs popalbum van de maand. The Ark was een conceptalbum geïnspireerd door de enorme media-attentie met betrekking tot de maanlanding. Het thema was een evacuatie van aarde. Logischerwijs werd de première van het album in een planetarium gehouden. Alle bandleden namen één of meerdere vocalen voor hun rekening. Eerlijk gezegd had ik niet het idee dat hij een geweldige carrière als zanger tegemoet zou zien, maar zodra zijn stem een octaafje hoger gaat hoor je vaag het markante bekende geluid.

The Ark 2 is in het tijdsbeeld geen slecht album, maar wel enig sinds pretentieus. Tegelijkertijd komen allerlei muziekstijlen voorbij: blues, klassiek, jazz, flower power, rock, Vaudeville en natuurlijk psychedelia. Elke planeet krijgt een eigen lied en je hoort invloeden van The Nice. De twee absolute uitblinkers op het album zijn Changes en From Now On; de laatste de afsluiter van het album (alhoewel de ceedee nog twee bonustracks kent). IJle zang in combinatie met een kerkorgel en koor is een schitterend geheel en geeft daadwerkelijk het gevoel van afscheid (van de aarde).

Na een jaar rondreizen besloot de band te stoppen. Collins speelde nog even mee op Art Of Dying op het meesterwerk All Things Must Pass van George Harrison. Halverwege hetzelfde jaar mocht hij auditie doen bij Genesis. De rest is geschiedenis.